Nieuws en actualiteiten | Voor Goed

BVm: de ins & outs

Geschreven door Precilla Schrier | 1-sep-2020 10:00:21

Voor Goed dook in het dossier BVm om iets meer duidelijkheid te scheppen over deze nieuwe rechtsvorm voor sociaal ondernemers. Lees snel verder! 

Achtergrond 

Op 2 december ging de Tweede Kamercommissie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) in gesprek over de Initiatiefnota ‘Ondernemen met een maatschappelijke missie’ van Eppo Bruins (ChristenUnie). In deze nota pleit Bruins onder andere voor de introductie van een BVm. De nota kon op veel steun rekenen van de aanwezige Kamerleden die allen concludeerden dat de (h)erkenning voor sociale ondernemingen beter moet, maar dat er meer informatie nodig is om de beste vervolgstap te bepalen. Ook Staatssecretaris van EZK Mona Keijzer reageerde op de initiatiefnota. Zij gaf aan dat het kabinet momenteel langs ‘twee sporen’ onderzoekt hoe de (h)erkenning voor sociale ondernemingen kan worden verbeterd. Dit onderzoek is uitgevoerd door KPMG en BMC (Yacht Group).

KPMG adviseerde op basis van uitvoerig onderzoek dat de invoering van de BVm en de invoering van een status op basis van de Code Sociaal Ondernemen de beste strategie zou zijn voor een betere (h)erkenning van van sociale ondernemingen. Daaruit heeft het kabinet gekozen voor de uitwerking van de BVm. 

Definitie

Er komt een aparte wet waarin criteria worden vastgelegd waaraan de onderneming moet voldoen om zich in te schrijven als maatschappelijke BV. Hier wordt nog aan gewerkt. Wel heeft staatssecretaris Keijzer voor dit plan KPMG gevraagd een operationele definitie te formuleren van sociaal ondernemen. Deze zeer uitgebreide definitie luidt als volgt:

''Sociale ondernemingen zijn ondernemingen die: (a) een product of dienst leveren; (b) in plaats van met een winstdoelstelling dit primair en expliciet doen om bij te dragen aan een maatschappelijk doel welke is vastgelegd in haar statuten; (c) een deel van de omzet herinvesteren in het bereiken van het maatschappelijke doel en/of beperkt zijn in de verdeling van winst en vermogen, e.e.a. om te garanderen dat het maatschappelijk doel voor gaat; (d) hun relevante stakeholders identificeren en daarmee minimaal jaarlijks in dialoog gaan; (e) transparant zijn op hun website (of op andere wijze die publiekelijk toegankelijk is zoals in hun jaarverslag) over de meest materiële gecreëerde maatschappelijke waarde; en (f) onafhankelijk van de overheid en/of andere entiteiten een eigen strategie kunnen nastreven.''

Opvallend genoeg is ook besloten om zoveel mogelijk af te stappen van de term ''sociale onderneming''. Het is volgens de SER een te beperkte interpretatie omdat het suggereert dat sociale ondernemingen zich alleen inzetten voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Vandaar dat KPMG ook heeft geadviseerd de term 'maatschappelijke onderneming' te hanteren. 

Knelpunten en vervolgstappen

In opdracht van staatssecretaris Keijzer is BMC onderzoek gaan doen naar de knelpunten van maatschappelijke ondernemingen. Na het identificeren van vijf primaire knelpunten adviseerde BMC het kabinet te focussen op drie zaken:

  1. Het meten en rapporteren over maatschappelijke impact; 
  2. Versterking van het ecosysteem rondom maatschappelijke ondernemingen;
  3. Monitoring en rapportage: De Staat van Sociaal (Maatschappelijk) Ondernemerschap. 

Om deze knelpunten effectief op te lossen zijn de volgende vervolgstappen gedefinieerd:

  1. Het doorontwikkelen van het zogeheten Impactpad. Oftewel een eenduidig instrument ontwikkelen voor het meten van impact. Maar ook de mogelijkheden voor publiek-private financiering verkennen.
  2. Het verbeteren van de dienstverlening van de overheid aan maatschappelijke ondernemers. Dit zal gedaan worden door middel van:
    1. Het aanstellen van een verbindingsofficier die MO's gaat begeleiden voor hulp bij wet- en regelgeving, financiering, en ondernemersvaardigheden. 
    2. Het oprichten van een werkgroep maatschappelijk ondernemerschap met vertegenwoordigers uit de G4, G40 en EZK. 
  3. Meer onderzoek naar het monitoren van ontwikkelingen binnen maatschappelijk ondernemerschap.

Wat betekent dit voor bestaande en nieuwe maatschappelijk ondernemers?

Veel maatschappelijk ondernemers hebben moeite gehad om de maatschappelijke missie juridisch vast te leggen. Sommigen kozen voor de BV, maar die reflecteert hun maatschappelijke gedrevenheid niet en geeft de stakeholders geen zekerheid dat de onderneming maatschappelijk is en blijft. Anderen voelen zich gedwongen te kiezen voor een stichting, maar deze kent geen eigenaarschap van de ondernemer en krijgt dus moeilijk toegang tot risicodragend kapitaal. Sommigen kiezen voor een combinatie tussen een BV en een stichting en een andere groep kiest voor een coöperatie. Alle mogelijkheden zijn echter niet ideaal. Vandaar dat de BVm zo'n uitkomst kan bieden. 

We zullen nog even moeten afwachten voordat we volledige helderheid kunnen bieden over wat de BVm voor voordelen biedt aan bestaande en nieuwe maatschappelijke ondernemingen, maar wat we wel weten is dat maatschappelijk ondernemers tegen allerlei barrières aanlopen met de huidige rechtsvormen. Zo schetst Social Enterprise NL dat:

''Ondernemers die vanuit een stichting opereren kennen geen eigenaarschap en kunnen alleen risicodragend kapitaal aantrekken via donaties en subsidies, hetgeen eigenlijk niet past bij ondernemen. Ondernemers die vanuit een BV werken worstelen met het borgen van hun maatschappelijke missie. Zij moeten aan investeerders en andere stakeholders bewijzen dat zij sociaal ondernemer zijn en blijven. Zij moeten de druk van investeerders weerstaan om meer op financiële aandeelhouderswaarde te sturen.''(Social Enterprise NL, 2015).

Deze en andere barrières kunnen met de introductie van de BVm in potentie opgelost worden. We zullen dus nog even moeten wachten op de exacte criteria en voordelen. Staatssecretaris Keijzer streeft ernaar om voor het eind van het jaar de Kamer te updaten over de stand van zaken. Voor Goed zit bovenop de ontwikkelingen en zal tijdig met updates komen omtrent de BVm.